2024 was het jaar van de explosies: 'Klassiek opsporingswerk niet meer voldoende'
In 2024 waren er meer dan duizend explosies. En dan gaat het volgens de politie al lang niet meer alleen om drugsgerelateerd geweld. Sinds dit jaar is er een landelijke taskforce die de explosies moet gaan aanpakken. Want hoe moet het verder na een j
In 2024 waren er meer dan duizend explosies. En dan gaat het volgens de politie al lang niet meer alleen om drugsgerelateerd geweld. Sinds dit jaar is er een landelijke taskforce die de explosies moet gaan aanpakken. Want hoe moet het verder na een jaar met hoogste aantal explosies ooit?
Een vraag waar de landelijke taskforce Offensief Tegen Explosies zich het hoofd over breekt. Want een makkelijk antwoord is er niet, zegt voorzitter Carola Schouten in een interview met Nieuwsuur. "Het probleem neemt nog steeds toe, daarom moeten we hier ook op een andere manier naar gaan kijken. Het klassieke opsporingswerk is niet meer voldoende. Hier heb je gewoon heel veel partijen nodig, zoals woningcorporaties, werkgevers, scholen, sociale media en de vuurwerkbranche zelf. Dat is niet eenvoudig."
Ten einde raad
Het aantal aanslagen met explosieven neemt sinds 2021 in rap tempo toe en blijkt een Nederlands fenomeen. Volgens cijfers van de politie waren er in 2021 nog 212 aanslagen met explosieven. Dat aantal is inmiddels ruimschoots vervijfvoudigd, naar meer dan 1130 incidenten met explosieven in 2024.
Elke week was het dit jaar op meerdere plekken raak, soms met zwaargewonden en zelfs doden tot gevolg. Ook zijn tientallen woningen erna volledig onbewoonbaar geworden. De schade is enorm en hele wijken zijn na meerdere aanslagen ten einde raad geraakt. Zoals in Vlaardingen waar na ettelijke explosies bij het huis van een loodgieter nog steeds geen opdrachtgever is gepakt.
Bij ongeveer tachtig procent van de aanslagen maken daders gebruik van zwaar illegaal vuurwerk, gevuld met flitspoeder en een lont. Vaak zijn het Cobra's, zwaar vuurwerk dat voor een paar euro te koop is via Telegram. "We zien dat het op zoveel mensen impact heeft", zegt Schouten. "Natuurlijk degenen die direct geraakt worden, maar ook de buren en mensen in de omgeving. Zo'n explosie dreunt soms nog maanden door."
Zo ziet een huis in Rotterdam eruit na een explosie. Het 'explosieteam' van de woningbouwvereniging gaat er kijken. Dat team zorgt voor de eerste opvang van bewoners na een aanslag:
Begin deze maand besprak de taskforce - met daarin vertegenwoordigers van gemeenten, politie, het OM, bedrijfsleven, woningcorporaties en verzekeraars - de explosieproblematiek voor het eerst. De bedoeling is 'het verminderen van het aantal aanslagen met explosieven op woningen en bedrijven met intimidatie en/of bedreiging als doel'.
Ruzie
"Eerst dachten we dat het alleen in het criminele circuit gebeurt, maar nu blijkt dat mensen gewoon conflicten uitvechten door het plegen van een aanslag", zegt Jos van der Stap, programmamanager High Impact Crime bij de landelijke politie. "Wij hebben zelfs gezien dat een paar volkstuinbestuurders ruzie met elkaar hadden, waarna iemand een cobra onder de auto van een ander gooit."
Ruim de helft van de aanslagen met explosieven komt voort uit een 'huis-tuin-en-keuken-conflict' tussen niet-criminele burgers, blijkt ook uit recent onderzoek van de politie. Zo lijkt bij de recente dodelijke explosie aan de Tarwekamp in Den Haag, waarbij begin december zes mensen om het leven kwamen, een relatieconflict aan de basis te liggen.
"Op alle fronten wordt de urgentie heel erg gevoeld", zegt Carola Schouten, die sinds oktober ook burgemeester is van Rotterdam, ook een stad waar veel explosies voorkomen. Toch leven er op dit moment vooral nog veel vragen bij het team. "We zien bijvoorbeeld dat deze manier van mensen bedreigen en intimideren een Nederlands probleem lijkt. We willen graag weten hoe dat komt." Onderzoekers aan de Erasmus Universiteit proberen daar een antwoord op de formuleren.
'Een klusje'
Dit jaar heeft de politie ruim 500 verdachten opgepakt. Vaak gaat het om jonge mannen met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar, die afkomstig zijn uit een kwetsbare wijk en al eerder met de politie in aanraking zijn geweest. "De meeste mensen die we aanhouden zijn de uitvoerders die een explosief plaatsen", aldus Van der Stap.
In ruil voor een paar honderd euro voeren ze 'een klusje' uit, soms zonder te weten bij wie en waarom ze een explosief plaatsen. "Daar zitten vaak nog allerlei mensen achter die dit organiseren." Maar juist de opdrachtgevers blijven tot nu toe nog vaak buiten beeld, omdat verdachten weigeren te praten.
Volgens de politie moet er naast het reguliere opsporingswerk vooral aandacht zijn voor preventie. "We proberen natuurlijk iedereen te pakken en in de gevangenis te stoppen, maar uiteindelijk is dat het paard achter de wagen spannen. Je moet aan de voorkant van het probleem komen."
In januari komt de taskforce voor de tweede keer bijeen. Dan hoopt Schouten ook in gesprek te kunnen gaan met scholen, sociale media bedrijven en de vuurwerkbranche zelf.