VVD en SP: aanpak vrouwelijke genitale verminking moet beter, met meldplicht
VVD en SP willen een meldplicht voor onderwijs- en zorgpersoneel als zij het vermoeden hebben dat een meisje gevaar loopt genitaal verminkt te worden of als zij denken dat dat is gebeurd. Die melding moet volgens de partijen worden gedaan bij het lan
VVD en SP willen een meldplicht voor onderwijs- en zorgpersoneel als zij het vermoeden hebben dat een meisje gevaar loopt genitaal verminkt te worden of als zij denken dat dat is gebeurd. Die melding moet volgens de partijen worden gedaan bij het landelijke steunpunt Veilig Thuis.
"Artsen en leraren kunnen het merken als er iets aan de hand is", zegt SP-Kamerlid Dobbe. "Als zij het niet melden omdat ze niet weten hoe, of omdat het niet verplicht is, dan blijven we in het duister tasten hoe vaak dit voorkomt."
De laatst bekende cijfers dateren van 2019 en waren al een inschatting. Uit recent onderzoek van de NOS blijkt dat er de afgelopen tien jaar nauwelijks meldingen waren en er geen enkele strafzaak was over het uitvoeren van genitale verminking. Terwijl er wel wekelijks patiënten bij gynaecologen langskomen, soms pas 4 jaar oud.
Zonder meldingen kunnen de daders, vaak ouders of andere familieleden, niet worden vervolgd. Onder het vorige kabinet is onderzoek gedaan naar de uitvoerbaarheid van een meldplicht voor vrouwelijke genitale verminking, samen met eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating. De Tweede Kamer wordt hier in 2025 over geïnformeerd, blijkt na Kamervragen.
VVD-Kamerlid Becker, die eerder om de meldplicht heeft gevraagd, vindt de aanpak te traag. Voorlichtingscampagnes over genitale verminking duren maar kort en worden soms niet geëvalueerd. Juridische procedures stranden. "Terwijl het gaat om aantasting van het zelfbeschikkingsrecht en van de lichamelijke integriteit. En het is bovendien een strafbare handeling."
Istahil Abdulahi, die zich inzet tegen vrouwenbesnijdenis, vertelt wat haar als 6-jarige overkwam:
Een van de weinige zaken over vrouwelijke genitale verminking kwam op gang na aangifte van vrouwenrechtenorganisatie Femmes for Freedom (FFF). Die zaak ging niet over het uitvoeren, maar over het aanprijzen ervan.
Het Openbaar Ministerie eiste 80 dagen taakstraf of 14 dagen hechtenis tegen een docent van de Haagse As-Soennah-moskee. Maar in hoger beroep werd hij vrijgesproken, omdat de rechter zijn uitspraken geen oproep tot geweld tegen vrouwen vond.
"Die vrijspraak is onherroepelijk", zegt een woordvoerder van het OM tegen de NOS. "Wij zien geen kans bij een cassatie, want de Hoge Raad oordeelt alleen of het proces juridisch goed is verlopen. Bewijzen worden niet opnieuw gewogen."
Een andere zaak waarbij FFF betrokken was, strandde ook. FFF eiste dat de burgemeester van Den Haag handhavend zou optreden tegen dezelfde As-Soennah-moskee, omdat daar predikers en docenten het besnijden van vrouwen hadden aangeprezen. De burgemeester vond de bevoegdheden uit de Gemeentewet om in te grijpen als de openbare orde in gevaar is niet van toepassing.
Hij kreeg gelijk van de rechter, die zei "dat het belijden van een godsdienst of levensovertuiging in gebouwen als een kerk of een moskee grondwettelijk wordt beschermd", zoals in artikel 6 van de Grondwet staat. De Gemeentewet gaat niet verder dan de Grondwet, was het oordeel.
Raad van State
Ook de Raad van State gaf de burgemeester deze maand gelijk. Dat leidde tot vragen, verontwaardigde reacties en onbegrip, onder meer bij columnisten en op sociale media.
Telegraaf-columniste Assita Kanko, tevens Belgisch Europarlementariër, noemt de uitspraak "als overlevende een klap in het gezicht". Zij vindt dat er sprake is van het aanzetten tot geweld. "Deze oproep kan families aanzetten om meisjes tijdens vakanties genitaal te verminken."
Zelden krijgt de Raad van State zulke hevige reacties op een uitspraak. "Uiteraard is de Raad van State niet voor vrouwelijke genitale verminking", licht een woordvoerder toe. "Deze uitspraak ging zuiver over het bestuursrecht: een burgemeester mag alleen ingrijpen als de openbare orde in het geding is en dat was onvoldoende onderbouwd."
Verkeerde adres
De advocate van FFF, Janina Hamann, is teleurgesteld over de uitspraak. "Het is de eerste keer dat via het bestuursrecht aan een burgemeester werd gevraagd iets tegen dergelijke oproepen te doen. Maar de rechters vonden dat we aan het verkeerde adres waren", zegt Hamann.
Zij kreeg het advies het via de burgerlijke rechter te proberen. "Maar een civiele zaak betekent niet dat de burgemeester achterover kan leunen. Het is ook niet aan de Raad van State om zich over een mogelijke civiele zaak uit te laten."
VVD-Kamerlid Becker zegt dat lokale bestuurders wel degelijk behoefte hebben aan een juridische mogelijkheid om in te grijpen. "Als de Gemeentewet niet werkt, wat dan wel?" Zij wil een manier vinden waardoor vrouwelijke genitale verminking, door deskundigen en internationale organisaties vooral een cultureel gebruik genoemd, niet meer onder de vrijheid van religie valt.
Ook SP-Kamerlid Dobbe noemt de juridische mogelijkheden ineffectief. "Je kunt nu concluderen dat je dit straffeloos kunt doen. Dat dit niet zo voort kan gaan is duidelijk."