Grote verschillen bij betrokkenheid van jonge Europeanen bij onderwijs en werkgelegenheid
Key takeaways Betrokkenheid van jonge Europeanen bij onderwijs en werk In 2023 is een aanzienlijk deel van de jonge Europeanen (15-29 jaar) actief op het gebied van onderwijs en werk. Zo had 25,7 procent een baan terwijl ze formeel onderwijs volgden.
Key takeaways
- 25,7 procent van de jonge Europeanen (15-29 jaar) had een baan terwijl ze formeel onderwijs volgden.
- Nederland had met 74,5 procent het hoogste percentage jongeren die werkten terwijl ze studeerden, gevolgd door Denemarken en Oostenrijk.
- Binnen de EU had Zweden met 13,8 procent het hoogste percentage jongeren dat formeel onderwijs volgde en actief op zoek was naar werk.
Betrokkenheid van jonge Europeanen bij onderwijs en werk
In 2023 is een aanzienlijk deel van de jonge Europeanen (15-29 jaar) actief op het gebied van onderwijs en werk. Zo had 25,7 procent een baan terwijl ze formeel onderwijs volgden. Omgekeerd bleef een aanzienlijke meerderheid, 71,4 procent, in deze periode buiten de beroepsbevolking. Daarnaast was 2,9 procent actief op zoek naar werk, maar had momenteel geen baan. Dit meldt Eurostat.
Verschillen tussen Europese landen
Deze cijfers, afkomstig uit het laatste rapport van Eurostat over de deelname van jongeren aan onderwijs en de arbeidsmarkt, onthullen aanzienlijke verschillen tussen Europese landen. Nederland is koploper met 74,5 procent van de jongeren die werken tijdens hun studie, gevolgd door Denemarken (52,6 procent) en Oostenrijk (46,2 procent). Daarentegen rapporteerden Roemenië (2,3 procent), Slowakije (5,8 procent) en Hongarije (6,1 procent) aanzienlijk lagere percentages.
EU-gemiddelde en landspecifieke gegevens
Binnen de EU had Zweden met 13,8 procent het hoogste percentage jongeren in het formele onderwijs die actief op zoek waren naar werk. Daarna volgden Finland (8,3 procent) en Denemarken (6,9 procent). Daarentegen hadden Hongarije (0,4 procent), Tsjechië (0,8 procent) en Polen (0,9 procent) minder dan 1 procent actief werkzoekende jongeren.
Genderverschillen in onderwijs en werkgelegenheid
Genderverschillen zijn ook duidelijk zichtbaar in deze statistieken. Mannen namen in alle leeftijdsgroepen en werkgelegenheidscategorieën minder deel aan formeel onderwijs. Omgekeerd vertoonden ze een hogere participatie in de beroepsbevolking binnen alle leeftijdsgroepen. Terwijl een groter percentage vrouwen buiten de beroepsbevolking stond terwijl ze onderwijs volgden, was dit verschil het meest uitgesproken in de leeftijdsgroep 20-24 jaar. Bovendien bleven meer vrouwen dan mannen buiten het onderwijs en de beroepsbevolking, vooral bij jongeren tussen 25 en 29 jaar.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!