De vorige auto van Conrad was een Alfa Romeo Mito. Niet de rapste met een dikke motor, maar die met de fiscaalvriendelijke 1,3-liter diesel. Die werd aangeschaft in de periode dat je noch bpm, noch mrb betaalde voor die categorie en daarnaast heel weinig fiscale bijtelling. “Ik vond het een leuke auto en financieel was het heel aantrekkelijk. Totdat ik er na drie jaar weer van af wilde. De markt werd overspoeld met dat soort dieseltjes en die van mij had ook nog eens een hoge kilometerstand. Daarom heb ik hem nog een paar jaar ingezet als auto voor een van mijn werknemers.”

Keuze tussen BMW 3-serie en Lexus IS

Conrad laat vervolgens zijn oog op de BMW 3-serie vallen, die op dat moment net nieuw is. “Aan de andere kant wilde ik graag een onderscheidende auto, iets wat niet iedereen heeft”, zegt hij.  Zo komt hij bij Lexus terecht, waar de nieuwe IS net in de showroom staat. Conrad valt als een blok voor de Japanner. Wat motorisering betreft heeft hij geen keuze, want er is voor onze markt alleen maar de hybride. “Dat was even wennen, maar verder is het een topauto, die net zo fijn stuurt als een BMW. Ik vind hem nog steeds heel erg mooi. Nog altijd kijk ik even om als ik wegloop. Het bruine interieur heb ik kort na aanschaf laten inbouwen. Bij Lexus kon ik alleen kiezen uit wit, rood of zwart leer.”

Roestig aan de onderkant

Dat Conrad nog altijd verliefd is op zijn Lexus begrijpen we maar al te goed wanneer keurmeester Tim de Leeuw na zijn proefrit de IS op de brug parkeert. De staat is onberispelijk en het ontwerp is tien jaar na de introductie nog altijd fraai. Wie riep daar dat Japanse auto’s saai zijn? Tijdens het rijden komt er niets aan het licht, afgezien van het feit dat de auto iets naar rechts trekt. In de motorruimte is alles spic en span. Logisch, want er is nog nooit aan gesleuteld. Daarop kunnen zijn Europese concurrenten jaloers zijn. Wel ontdekt Tims kritische kennersblik roestvorming op een steunbalk. De onderkant van de motor geeft reden tot wat gemopper: “Die bodemplaten van Japanse auto’s zijn vaak een drama om te verwijderen, maar bij deze Lexus lijkt het mee te vallen. Het ziet er mooi uit en is er zo te zien nog nooit af geweest.” Het grote stuk kunststof laat zich inderdaad in een handomdraai verwijderen en waarschijnlijk is dit de eerste keer in bijna tien jaar. Meteen valt op dat er flink wat roest aan een stalen dwarsbalk zit. Dat levert weliswaar geen direct gevaar op, maar het advies is wel om er snel iets aan te doen. Zo zien we ook op andere plekken van het chassis dat het dunne laagje zwarte lak heeft plaatsgemaakt voor het roestspook. Conrad: “Daarmee ga ik zeker aan de slag, aangezien ik nog lang plezier van deze auto wil hebben. Er is in het verleden onder garantie iets gedaan aan roestpreventie in de achterste wielkasten.”

Versleten remschijven

We bladeren door de onderhoudshistorie en zien alleen maar reguliere servicebeurten, waarbij opvalt dat de olie van het differentieel regelmatig is ververst. “Ik ben ooit een keer naar een Toyota-dealer geweest voor een reparatie aan de koplampsproeier. Dat is op zich goed uitgevoerd, maar het is niet zo slim dat ze niet meteen beide kanten hebben gedaan. De bumper was er toch al af. Een andere, niet geplande reparatie was die van de tankklep en een paar maanden geleden was er een terugroepactie voor de ontluchting van de tank. Pas bij 150.000 kilometer zijn voor het eerste de voorste remschijven en -blokken vervangen, de achterste zijn nog origineel.”

Dat het bijna de hoogste tijd is om alle schijven te vervangen, blijkt als Tim de dikte ervan opmeet. Alle vier zitten ze onder het fabrieksminimum. Veel spannender wordt het niet tijdens de keuring. We hadden niet anders verwacht. “Na de eerste vijf jaar heb ik hem overgeschreven, van de zaak naar privé. Hij was nog zó goed dat ik besloot om ermee door te rijden. Dat was ik van al mijn vorige auto’s niet gewend, want daar ging in de loop der jaren wel eens wat aan mankeren. We zijn nu weer vijf jaar verder en nog steeds is hij perfect”, aldus Conarad. Hij mist weliswaar zoiets als Apple CarPlay en de respons op het gaspedaal vindt hij een beetje traag, maar daar tegenover staan in zijn ogen de betrouwbaarheid en zuinigheid. “Ik zou niet weten wat ik hierna zou moeten rijden. Waarschijnlijk weer een Lexus, hoewel een model als de IS er niet meer is.”

De mening van Carrec Technocenter

“Duidelijk een heel nette auto, waarvoor goed is gezorgd. Tevens een auto waaraan simpelweg nog nooit iets moeilijks is stuk gegaan. Hij rijdt goed en er zijn vrijwel geen afwijkingen te vinden. Wel zien we hier en daar beginnende roest aan de carrosserie en opgeschroefde delen. Verder doet de manier waarop de cvt-transmissie reageert wat mij betreft echt afbreuk aan de rijervaring.”